Twitterberichten

#wijgaandoor: juni 2016 fietst er opnieuw een Buitenboys Mathijs Douwe Team de Alp d'Huez op om geld in te zamelen voor kankerbestrijding

woensdag 13 juli 2011

"Iedereen vecht met zichzelf..."

Hoe het begonnen is…

In oktober 2010 kreeg ik de vraag van onze achterburen of ik lid wilde worden van het Mathijs Douweteam. Ik mocht er best even over nadenken maar zei al snel ja. Dat kwam eigenlijk door de enthousiaste ervaringen die zij hadden gedeeld met ons toen zij in juni 2010 terugkwamen van de Alpe. Er waren twee kleine probleempjes: ik had geen fiets en ik heb hoogtevrees. Een fiets is zo gekocht, maar die hoogtevrees daar zou ik geen tijd voor hebben want ik moest op de weg letten en er zullen veel mensen langs de kant staan.

De maanden voorafgaand aan dit evenement is er getraind in de sportschool met spinning, buiten gefietst, waar mogelijk deelgenomen aan spinningmarathons en vooral activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen. Buitengewoon bijzonder was de bereidwilligheid van basisschool Polygoon. In het laatste jaar dat wij daar nog zijn hebben ze het onderste uit de kan gehaald om de actie te steunen. Kerstmarkt, schilderworkshops, sponsorloop, dvd- verkoop, iedereen was betrokken. Om de kinderen te informeren ben ik met fiets en al in alle klassen geweest. Op de aanwezige digiborden werd direct de Alpe te voorschijn getoverd. De kleuters vonden de berg wel heel erg hoog en groep 8 vroeg zich af of ik dat echt wel ging halen. Buiten school hebben ook vele familieleden en vrienden de actie gesteund.

Deelnemen aan het team betekende 2.500 euro aan sponsorgeld meebrengen. Ik zag daar tegenop. Kon ik dat wel bij elkaar krijgen? Ik heb nog tegen Peter gezegd dat ik het anders zelf wel zou betalen, want die berg, daar moest ik op. Uiteindelijk heb ik met steun van velen een prachtig eindbedrag gehaald.

Het voorbereiden ging niet altijd even soepel. Ik ben drie keer gevallen in de wintermaanden. Onverwachte gladheid en je ligt languit. Open knieën, zere schouder en last van kniebanden dreigden even roet in het eten te gooien. Maar uiteindelijk is alles goed gekomen en zijn we op zondag 5 juni naar de Alpen gereden. Het is lange tijd spannend geweest of Stijn de stap durfde te zetten om mee te gaan. De afstand tot het ziekenhuis in geval van nood was groot, 60 km en dat belemmerde hem heel erg om een keuze te maken. Alle drie de kinderen hebben bijzonder verlof van school gekregen om bij het evenement aanwezig te zijn.

Maar op zondagavond komen wij met zijn allen aan op de camping. We hebben een gehuurde tent en alles ziet er goed uit. Maar als ik om mij heen kijk bekruipt mij een benauwd gevoel. Ik zie heel hoge bergen en ben bang voor wat komen gaat. Het team is compleet op maandag. Iedereen is goed gearriveerd en we hebben er zin in.

Op maandag rijd ik met Liesbeth een trainingsritje op de Colle d’Ornon, 7-8%. Ik vind het moeilijk om goed te blijven ademhalen, je moet blijven trappen en wilt sneller fietsen dan verstandig is. Ik voel ook druk en emoties. Ik moet het wel halen want ik heb zoveel geld opgehaald. Het is maar oefenen maar je voelt intens waarom je daar bent. Al die kinderen die ik heb verpleegd en die het niet mochten halen zitten op mijn bagagedrager. Onderzoek moet er voor zorgen dat de toekomst beter wordt voor kinderen en volwassenen met kanker. Ik ga bijna tot aan het topje van deze berg en keer in Niek’s kielzog weer naar beneden. Het gaat hard en steil, ik vind het spannend maar het gaat goed. Er volgen twee dagen van gezelligheid en stapelen(dat is Ivar’s term voor flink pasta eten). We vieren de verjaardag van Annet en staan op woensdag te juichen als Eline en Peter over de finish komen bij de Alpe d’Huzus. Voor hen ook een hele prestatie en alvast een voorproefje voor de 9e juni. We zijn enorm trots dat ze het gehaald hebben. We kopen een kaars en plaatsen daarop een sticker. De kaars is voor iedereen die ziek is of is overleden en we laten hem plaatsen in bocht 10. Vannacht worden alle kaarsen aangestoken in alle bochten. Dat moet een prachtig gezicht zijn.

Op donderdagochtend word ik wakker rondom een uur of 3.30 als de fietsers de camping af gaan. Sommigen willen 6 keer, zo ook ons teamlid Ivar. Hij staat om 4.30 bij de start. Grote bewondering voor zijn sportiviteit. Mark wil 4 keer gaan, ook veel getraind en helemaal klaar voor de dag. Hij is ook al vroeg weg. Ik heb besloten later te starten want ik ga niet zo vaak en het is nu nog donker en kouder dan later op de ochtend. Ik lig nog enkele uren te woelen, slapen lukt niet. Kan ik het wel, kom ik wel boven, wat moet ik als het niet lukt?? Allemaal vragen die door je hoofd spelen. Om 7.15 ga ik eruit en kleed mij aan. Fietstenue aan en Mathijs Douweshirt eroverheen. Ik probeer een boterham naar binnen te krijgen maar die wil niet verder dan mijn keel, ik ben gespannen en heb geen trek. Zonder broodje kom ik niet boven…In mijn rugzakje stop ik een banaan en fruitrepen en een rol dextro, bidons gevuld en op naar de start. De dag ervoor heeft een eigenaresse van een souvenirswinkeltje in het dorp aangegeven dat we gek zijn dat we die berg op fietsen. De bewoners van het dorp doen het nooit vertelde ze. Ze vindt het wel knap en geeft prijs dat het tot het eerste dorpje zwaar is, dat is la Garde, ongeveer tot bocht 5. “En daarna?” vraag ik haar. “Dan is het ook nog vreselijk maar dat zie je morgen wel” zegt ze. Met dit in gedachte fiets ik enkele kilometers naar de start. Ik ga over de startmat en zie meteen voor mij al wat de dame uit de winkel bedoelde…

De weg is steil en de afstand van bocht tot bocht is lang en mijn ademhaling schiet tekort. De bochten zijn genummerd en het begint bij 21 beneden aan de berg.
Inderdaad wordt het vanaf het dorpje iets beter maar nog steeds is het steil en intensief. Ik zit uit te hijgen op een muurtje in een bocht als er een jogster naar mij toekomt. Iedereen vraagt aan elkaar hoe het gaat en steunt de ander als het moeilijk is. Zij heet Danielle en biedt aan om mee te rennen als ik fiets. Ze doet niet officieel mee, maar puur als steun. Ik heb er heel veel aan en ze trekt mij door moeilijke momenten heen. Iedereen vecht op die berg en ik kan niet ontkennen dat ik in groot gevecht met mijzelf ben. Hier valt niet op te trainen in de prachtige Flevopolder. Als je niet trapt kiep je meteen om. Ik bedenk mij dat zijwieltjes hier best fijn zou zijn. De versnelling staat heel licht en ik fiets ongeveer 7 km per uur! Ik besluit dat tijd niet uitmaakt en rust wanneer nodig in de bochten. In bocht 10 kom ik in de bocht van Mathijs. Zijn foto staat daar en ik stop om een foto te maken. Op dat moment rijdt Niek voorbij, wel erg toevallig tussen al die ruim 4000 fietsers. Ik word nog kort gefilmd, blijkt later voor omroep Fryslan. Ik geniet ook van de sfeer en het contact met de andere fietsers en het publiek. Dat ik er daardoor twee keer zolang over doe kan mij niets meer schelen. Uithijgend op een muurtje zegt iemand goed bedoeld: kijk eens achter je wat je al hebt gefietst! Ik kijk voorzichtig in de diepte en zie een slingerende weg met duizenden fietsers en heel in de verte een klein dorpje. Mijn ogen geloven het bijna niet maar dat heb ik al naar boven gereden. Diegene bedoelde het goed maar het angstzweet voel ik lopen. De laatste bochten voel ik dat ik er bijna ben. De geluiden van de finishstraat zijn te horen en de laatste bocht wordt genomen. Dan is het bijna onbeschrijfelijk en kom je aan op de top met aan weerszijden van de weg rijen mensen die allemaal joelen, gillen, klappen omdat je eraan komt. Onderweg riep iedereen al: “ kom op Dionne, je kunt het”, je naam staat op je bordje aan je stuur. Pas op dit moment raak ik er echt van overtuigd. In de verte zie ik twee roze dames. Betty en Bea, een prachtig stel dat iedereen vol enthousiasme over de finish sleept. De emoties komen eruit. Ik heb het gehaald!


Ik word in de armen gesloten van de kinderen en wat ben ik gelukkig dat wij niet direct te maken hebben met deze nare ziekte. Iedereen van ons team geeft wat hij of zij kan.
Niek gaat 4 keer, Liesbeth 2 keer, Mark 4 keer, Fredrieke 1 keer en Ivar 6 keer. Ik voel mij verbonden met ons team, we mogen trots zijn.Ik had omgerekend dat ik ruim 500 euro per bocht heb verdiend. Onderweg heeft mij dat wel geholpen om door te zetten. Iedereen is trots dat ik er ben. Ik besluit om niet meer naar beneden te rijden. Het gaat erg hard en ik loop het risico dat ik niet meer boven kom. De sfeer boven is één groot feest. De eerste sms-jes rollen binnen, we worden gezien op tv. Nederland maakt kennis met een evenement waar wij midden in zitten.
Het is emotioneel, positief, indrukwekkend, energiegevend en bijzonder. Niemand fietst voor zichzelf. Iedereen gaat voor het doel. In mijn hoofd zit de man van een collega die op dit moment wordt behandeld. En op mijn bagagedrager zitten ongeveer 200 kinderen die ik heb gekend in de periode dat ik op de afdeling kinderoncologie heb gewerkt. Ze zijn er niet meer, maar in gedachten vandaag heel dichtbij net als alle anderen die gemist worden.

Als ’s avonds om 20 uur blijkt dat wij met elkaar 20 miljoen hebben ingezameld is het helemaal compleet. Als Mathijs Douweteam hebben we daar bijna 50.000 aan bijgedragen.

De dagen na het evenement verlopen nog in een roes. Onze thuiskomst werd extra feestelijk omdat de buren de hele straat hadden versierd. Langzaam groeit het besef dat trots op zijn plek is en dat het inderdaad een stoere actie is. Het duurt ongeveer een week voordat we een beetje geland zijn in het normale leven.

Ik wil iedereen die hieraan heeft bijgedragen hartelijk bedanken. Dankzij jullie steun is het gelukt om die top te bereiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten