Zelf merk ik dat ik zo'n datum als vandaag anders 'beleef' dan een jaar terug. Bij mij was er de eerste dagen en weken – naast verdriet – ook een gevoel van opluchting. En dat voelde natuurlijk ongepast. Maar het was zó'n strijd geweest. En we wisten dat we die gingen verliezen. Daarbij was het werkelijk lijden/aftakelen wat we bij Mathijs zagen gebeuren. Lichamelijk werd hij zwakker. Ook geestelijk was hij niet meer de oude Mathijs. Vaak reageerde hij op allerlei dingen heel anders dan voorheen. Dus 'het is achter de rug gevoel' had ik wel. Na een paar maanden dacht ik zelfs dat we wel weer ons oude leven op zouden kunnen pakken. Zonder Mathijs, maar verder zou het wel weer net zo (leuk) worden als pakweg vier jaar terug. Dacht ik.
Anderhalf jaar later is duidelijk dat dit niet zo is. Je realiseert je inmiddels voor 100% dat Mathijs er écht niet meer is, nooit meer terugkomt. Natuurlijk, 'het leven gaat door'. Maar – zoals L. dat formuleert – alles heeft een zwart randje gekregen. We vinden het wel leuk, maar tegelijkertijd missen we 'iets'. Elke dag, nee 'uurlijks', denken we alle drie nog aan Mathijs. Voor ieder van ons zijn daar verschillende aanleidingen voor, soms de kleinste dingetjes.
Zo merkte Fredrieke pas geleden op dat ze het soms zo moeilijk heeft op het schoolplein. Iets wat wij niet hadden kunnen bedenken. Ze gaf aan – ook daar – haar broer zo te missen: “je kwam dan gewoon je broer wel eens tegen op het plein. Je hoefde niet veel te zeggen of met elkaar te spelen. Gewoon, prettig dat hij er was.” Ook speelt ze graag bij een vriendinnetje dat nog twee broers en zussen heeft. Altijd roaring dus: “ik vind het zo gezellig daar, er gebeurt altijd wel wat”. En laatst vroeg ze – zittend naast mij in de auto – “papa, als ik later kinderen krijg, hebben die dan wel een oom?”
L. vindt het moeilijk als ze jongens van Mathijs zijn leeftijd ziet voetballen voor ons huis. Daar had Mathijs bíj moeten zijn. Of als een gezin met twee kinderen (jongen + meisje) langs komt lopen. Ook bij mij gaat het om kleine dingen waardoor ik aan Mathijs moet denken. Zo mijd ik altijd de voetbalkooi op de camping. Dat was natuurlijk Mathijs zijn favoriete plaats, waar hij echt ontzettend heeft genoten. Of als we op vakantie gaan, en we de straat uitrijden is voor mijn zo'n 'vast moment'. Er zit er dan nog maar één achter mij op de achterbank in de auto.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten